Slag en Daadkracht
 

nummer 1 Uw financiële toekomst verdient maatwerk – laat uw Box 3-vermogen doorrekenen

Nu de fiscale regels voor vermogen in Box 3 en de BV-structuur veranderen, is het belangrijk om niet af te wachten, maar juist het initiatief te nemen. Door samen te werken en tijdig inzicht te verkrijgen, maakt u bewuste keuzes die uw financiële positie versterken.

Waarom nu actie ondernemen?


• Op basis van jarenlange ervaring en actuele kennis van de fiscale regelgeving kan ik u exact laten zien wat de impact is van de komende wijzigingen voor uw effectenportefeuille en onroerende zaken.
• De overgang naar belasting op werkelijk rendement in 2028 biedt een beperkt tijdsvenster om te anticiperen op kansen en risico’s. Wachten kan betekenen dat u optimaal voordeel misloopt.
• Ik bied u een maatwerkberekening aan, specifiek voor uw situatie, waardoor u weloverwogen beslissingen kunt nemen met maximale zekerheid.
• Door nu te kiezen voor inzicht, bouwt u voort op uw eerdere bewuste keuzes en zorgt u voor continuïteit in uw financieel beleid.
• Veel van mijn cliënten hebben hun fiscale positie al laten doorrekenen en profiteren van meer rust én rendement.


De kern: geen standaardadvies, maar een persoonlijke berekening


De fiscale behandeling van uw vermogen is sterk afhankelijk van uw specifieke portefeuille, rendementen, kosten en ambities. Zowel de huidige als de toekomstige regelgeving kent nuances, waarbij maatwerk het verschil maakt tussen een optimale of juist ongunstige uitkomst.
Een berekening op maat brengt helderheid in de keuze tussen Box 3 en de BV-structuur – voor zowel uw effectenportefeuille als uw onroerende zaken.
Uw volgende stap


Laat uw situatie tijdig doorrekenen, zodat u profiteert van de beste strategie en niet later voor verrassingen komt te staan. Ik ben graag bereid om voor u een persoonlijke berekening te maken, zodat u met vertrouwen de toekomst tegemoet kunt zien.
Neem gerust contact op om een vrijblijvend gesprek in te plannen. Samen zorgen we ervoor dat uw financiële keuzes aansluiten bij uw doelen en de veranderende wet- en regelgeving. 


nummer 2 Notitie over belastingheffing over Box 3 en in de BV voor onroerende zaken als een effectenportefeuille, actueel en in de toekomst 

Wilt u, net als veel andere vooruitstrevende beleggers, optimaal inspelen op de fiscale ontwikkelingen rond uw vermogen? Door bewust te anticiperen op de veranderingen in Box 3, kunt u niet alleen profiteren van mogelijke belastingvoordelen, maar ook voorkomen dat u onnodig geld laat liggen. Steeds meer ondernemers en beleggers kiezen er bewust voor om hun strategie tijdig aan te passen – laat deze kans niet aan u voorbijgaan.
Belastingheffing op Vermogen in Box 3 en de BV-structuur en analyse van effectenportefeuilles en onroerende zaken nu en in 2028
Dit memo is opgesteld voor Nederlandse beleggers en ondernemers die beschikken over een effectenportefeuille en/of onroerende zaken. In dit memo wordt de huidige en toekomstige (2028) belastingheffing in Box 3 besproken, met een focus op de effectenportefeuille en onroerende zaken. Daarnaast wordt beoordeeld of het fiscaal aantrekkelijk is om het Box 3-vermogen onder te brengen in een besloten vennootschap (BV), zowel onder het huidige regime als onder het stelsel dat in 2028 wordt verwacht.

 Tot slot volgt een vergelijking en een uiteindelijke aanbeveling.

Box 3: Huidige belastingheffing op effectenportefeuille en onroerende zaken

Effectenportefeuille
De huidige Box 3-heffing (jaar 2025) is gebaseerd op een forfaitair rendement over het gemiddelde vermogen per jaar. Voor effectenportefeuilles geldt een fictief rendement dat door de Belastingdienst jaarlijks wordt vastgesteld en doorgaans hoger ligt dan het actuele rendement op spaartegoeden. In 2025 is het forfaitair rendement op beleggingen (waaronder effecten) vastgesteld op ongeveer 6,17%. Over dit fictieve rendement betaalt men 36% inkomstenbelasting. Dit betekent dat de effectieve belastingdruk op het werkelijke rendement fors kan zijn, vooral bij jaren met lage beursrendementen.


Onroerende zaken
Ook onroerende zaken (zoals verhuurde woningen en bedrijfspanden) vallen in Box 3. De waarde wordt doorgaans bepaald aan de hand van de WOZ-waarde, verminderd met eventuele schulden. Het fictief rendement op onroerende zaken is in 2025 vastgesteld op circa 6,03%. Over dit rendement geldt eveneens het tarief van 36%. Het rendement wordt onafhankelijk van de daadwerkelijke huuropbrengsten geheven, waardoor de belastingdruk relatief hoog kan uitvallen, zeker bij leegstand of lage huuropbrengsten.

Box 3: Verwachte belastingheffing in 2028
Vanaf 2027/2028 wordt de Box 3-belasting hervormd naar een stelsel gebaseerd op werkelijk rendement. Dit betekent dat men belasting gaat betalen over het werkelijke rendement op het vermogen en niet langer over een fictief rendement. Voor de effectenportefeuille impliceert dit dat gerealiseerde en ongerealiseerde koerswinsten, ontvangen dividenden en rente daadwerkelijk worden belast. Voor onroerende zaken wordt uitgegaan van de werkelijk ontvangen huur minus kosten en waarde mutaties.
Het tarief zal naar verwachting rond de 34% liggen, maar de exacte details zijn afhankelijk van de uiteindelijke wetgeving. De verwachting is dat de belastingdruk meer in lijn komt met het gerealiseerde rendement, wat bij lage rendementen gunstiger is, maar bij hoge rendementen juist kan leiden tot een hogere heffing dan onder het huidige systeem.


Effectenportefeuille in een BV
Bij inbreng van een effectenportefeuille in een BV wordt het vermogen niet langer belast in Box 3, maar in de vennootschapsbelasting. De BV betaalt vennootschapsbelasting over het werkelijke rendement (dividend, rente, gerealiseerde koerswinst) tegen het tarief van 19% (tot circa €200.000 winst) en 25,8% daarboven. Bij uitkering aan privé (dividend) geldt vervolgens nog 24,5% inkomstenbelasting (box 2). Het gecombineerde tarief kan daardoor oplopen tot circa 40,8%.
Een voordeel van de BV-structuur is dat verliezen kunnen worden verrekend en dat belastingheffing kan worden uitgesteld door winsten niet uit te keren. Echter, bij lage rendementen is de totale belastingdruk in de BV-structuur doorgaans hoger dan in Box 3, zeker bij een passieve effectenportefeuille met beperkte transacties.


Onroerende zaken in een BV
Ook onroerende zaken kunnen in een BV worden ondergebracht. De huuropbrengsten en waardestijgingen worden in de BV belast als resultaat, tegen de genoemde tarieven. Ook hier geldt: bij uitkering aan privé wordt nogmaals belasting geheven. De BV-structuur kan aantrekkelijk zijn bij actief vastgoedbeheer (waardestijgingen, renovatie, handel), omdat kosten en verliezen volledig aftrekbaar zijn. Voor passief vastgoed (verhuur zonder veel transacties) kan Box 3 vaak gunstiger uitpakken.


Inbreng van Box 3-vermogen in een BV: situatie in 2028
Vanaf 2028, met het werkelijke rendement als basis voor Box 3, wordt het verschil tussen de BV en Box 3 kleiner. In beide gevallen wordt het feitelijke rendement belast, zij het tegen verschillende tarieven en mogelijk met verschillen in aftrekbaarheid van kosten en verliezen. De BV biedt meer flexibiliteit in verliesverrekening en uitstel van belastingheffing, maar de gecombineerde belastingdruk (vennootschapsbelasting + box 2-heffing) blijft doorgaans hoger dan het verwachte Box 3-tarief van circa 34%.
Voor effectenportefeuilles zal de BV-structuur alleen aantrekkelijk zijn bij zeer actieve beleggingen of wanneer het voordeel van de BV-structuur benut kan worden dat verliezen kunnen worden verrekend en dat belastingheffing kan worden uitgesteld door winsten niet uit te keren. Voor onroerende zaken geldt dat de BV-structuur vooral interessant blijft bij actief vastgoedbeheer of bij grote portefeuilles, waarbij professionalisering en risicoafscherming een rol spelen.

Wilt u, net als veel andere vooruitstrevende beleggers, optimaal inspelen op de fiscale ontwikkelingen rond uw vermogen? Door bewust te anticiperen op de veranderingen in Box 3, kunt u niet alleen profiteren van mogelijke belastingvoordelen, maar ook voorkomen dat u onnodig geld laat liggen. Steeds meer ondernemers en beleggers kiezen er bewust voor om hun strategie tijdig aan te passen – laat deze kans niet aan u voorbijgaan.

Conclusie

Op basis van de huidige en verwachte regelgeving is het voor particuliere beleggers met een effectenportefeuille of passief onroerend goed doorgaans minder aantrekkelijk om het vermogen in een BV onder te brengen. De belastingdruk in Box 3 blijft, zeker bij lage rendementen, lager dan bij de BV-structuur vanwege het gecombineerde tarief van vennootschapsbelasting en box 2. Uiteraard is dit anders indien het rendement jaarlijks niet als dividend hoeft te worden uitgekeerd.


Belangrijke veranderingen zijn op komst: vanaf 2028, met de invoering van belasting op werkelijk rendement in Box 3, wordt het verschil tussen Box 3 en de BV kleiner. De BV-structuur blijft vooral interessant voor beleggers die actief portefeuillebeheer voeren, grote verliezen verwachten, of de flexibiliteit van verliesverrekening en uitstel van belastingheffing willen benutten. Voor onroerende zaken geldt dat de BV-structuur aantrekkelijker wordt naarmate het vastgoedbeheer actiever en omvangrijker is.

Wilt u niet achterblijven en zeker weten dat uw keuzes optimaal aansluiten op uw wensen en doelen? Herzie periodiek uw situatie en laat berekeningen maken op basis van uw persoonlijke rendement, kosten en plannen. Neem geen overhaaste beslissingen; de wetgeving is aan verandering onderhevig en maatwerk blijft essentieel.
Laat u inspireren door de resultaten van andere beleggers die proactief advies zoeken en hun kansen maximaliseren en zorg dat u geen waardevolle mogelijkheden misloopt.
Herzie periodiek uw situatie en laat berekeningen maken op basis van uw persoonlijke rendement, kosten en plannen. Neem geen overhaaste beslissingen; de wetgeving is aan verandering onderhevig en maatwerk blijft essentieel.